Het renterisico van kortlopende (of vlottende) schulden wordt bepaald op basis van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt berekend op basis van een percentage van de totale begrotingsomvang. Dat percentage is door de minister vastgesteld op 8,5%. De gemeente mag voor deze ruimte kortlopende schulden aangaan. Verantwoording over de ruimte binnen de kasgeldlimiet wordt afgelegd aan de provincie.
Vanaf medio 2021 is een langlopende geldlening aangetrokken en zijn de kasgeldleningen afgelost. Hierdoor wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet Fido. We blijven ruimschoots binnen de kasgeldlimiet.
Kasgeldlimiet (x € 1.000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
2021 Q3 | 2021 Q4 | 2022 Q1 | 2022 Q2 | ||
B | Omvang begroting (= grondslag) | 57.748 | 57.748 | 65.512 | 65.512 |
1 | Toegestane kasgeldlimiet (8,5% van B) | 4.909 | 4.909 | 5.569 | 5.569 |
2 | Vlottende schuld, gemiddeld | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Vlottend overschot, gemiddeld | 13.102 | 11.947 | 9.804 | 11.908 |
Ruimte onder limiet (1+3) | 18.011 | 16.856 | 15.373 | 17.477 | |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (1-2) | 4.909 | 4.909 | 5.569 | 5.569 |